Het werk omvatte onder andere het bouwen van het collectiegebouw met een museale opslag van kunstobjecten, een expertisecentrum voor beheer en onderhoud, een filmzaal, presentatieruimtes en een entree met koffiecorner ten behoeve van het Museum Boijmans Van Beuningen. Het is ook nog eens een duurzaam project vanwege de warmte-koude opslag, de regenwateropslag, de grijswater-opslag, en het gebruik van materialen met een duurzame herkomst, zoals gerecycled beton.
Waarom zo'n nieuw depot?
Al 170 jaar lang groeit de wereldberoemde collectie van Museum Boijmans Van Beuningen. Momenteel bezit het zo'n 151.000 objecten waarvan slechts 1 op de 10 tentoongesteld werd. De rest lag verspreid in de vele depots en was niet toegankelijk voor publiek. Naast dat vele stukken achter slot en grendel lagen, lag op die opslagplaatsen ook aantasting en wateroverlast op de loer en liet de veiligheid en duurzaamheid te wensen over.
Het is voor het eerst dat een museum het volledige depot toegankelijk maakt voor publiek. De objecten zijn niet alleen te bezichtigen, maar bezoekers kunnen ook zien hoe er onderhouden, gerestaureerd en geconserveerd wordt. Echter, de eerste plannen waren om 20 of 40 procent toegankelijk te maken.
Maar op een bepaald moment vroeg de Sjarel Ex, de directeur van Museum Boijmans van Beuningen zich af: 'Waarom maken we het niet volledig toegankelijk?' De uitdrukking 'Uit het oog, uit het hart' geldt niet meer voor Ex zijn museum. “Veel van wat musea doen, gebeurt in het donker. We wilden een deel ervan in het licht brengen", zegt hij.
En zo geschiedde het. Het museum besteedt in 2019 bijna 85 miljoen euro aan het Depot Boijmans van Beuningen, een glinsterend, spiegelend gebouw dat Ex de 'Ark van Noach' noemt.