Bouwend Nederland, Consumentenbond, Energie-Nederland, Natuur & Milieu, Netbeheer Nederland en NVDE zijn actief betrokken geweest bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Zij roepen de Tweede Kamer op onderstaande 6 acties te steunen om de energietransitie in de gebouwde omgeving te versnellen, opdat we de doelen van het Klimaatakkoord gaan halen.
1. Ondersteun zowel de wijkaanpak als de gefaseerde aanpak
De transitie in de gebouwde omgeving is complex. Er is geen one-size-fits-all. Dat wordt veroorzaakt door o.a. de sterk gedifferentieerde gebouwvoorraad, de verschillende (financiële) posities van bewoners en het feit dat verwarmen met aardgas nog de goedkoopste warmteoptie is. Die complexiteit vraagt maatwerk én voldoende middelen voor de benodigde opschaling. Daarbij hebben we geen tijd te verliezen. Voor 2050 moet de gebouwde omgeving vrijwel aardgasvrij zijn en daarvoor zijn zowel aanpassingen in de ondergrond (infrastructuur) als aan gebouwen voor nodig, naast investeringen in duurzame bronnen.
Twee sporenbeleid nodig om tot beoogde versnelling van de transitie te komen
Om tot de beoogde versnelling van de transitie in de gebouwde omgeving te komen, is een twee sporenbeleid nodig. Deze sporen kennen ieder een fundamenteel andere aanpak en ander benodigd beleid; beide moeten geïnstrumenteerd worden:
- een wijkaanpak naar aardgasvrij voor de gebieden waar het eindbeeld al bekend is, onder regie van de gemeente.
Beleid en instrumenten: wetgeving moet snel beschikbaar zijn, vooral de Wet collectieve warmtevoorziening, de Energiewet en de bevoegdheid voor het beëindigen van de levering aardgas; instrumentarium voor opschaling van (collectieve) warmteoplossingen (zie ook punt 3).
- een gefaseerde aanpak voor de gebieden waar het eindbeeld nog onzeker is. Die aanpak kan nu al CO2-reductie gaan opleveren, zowel voor individuele bewoners als voor collectieven (bijvoorbeeld woningcorporaties en energiecoöperaties). Zet hiervoor in op een aanpak die aansluit bij de natuurlijke investeringsmomenten (renovatie/verhuizing) en behoeften van bewoners.
Beleid en instrumenten: in ieder geval voldoende middelen voor grootschalig isoleren, route van hybride warmtepompen als transitiepad, opschaling gebouw- en blokgebonden warmteoplossingen
2. Zorg voor een langjarig stabiel en robuust instrumentarium van zeker 1 miljard euro per jaar
Alle alternatieven voor aardgas (collectieve warmte, hybride oplossingen, all-electric) hebben nog een onrendabele top t.o.v. verwarmen met een aardgasgestookte CV-ketel. Om inwoners én bedrijven voldoende perspectief te bieden om verduurzamingsstappen te gaan zetten, is een langjarig stabiel en robuust instrumentarium nodig. De onzekerheid over bijvoorbeeld de salderingsregeling voor zonnepanelen is ongewenst en ondermijnt het draagvlak voor de gehele energietransitie in de gebouwde omgeving. Hetzelfde geldt voor het voortijds opraken van subsidies voor isolatie.
Aandacht voor renovatie om energiearmoede tegen te gaan van belang
Het instrumentarium moet bestaan uit een mix van beprijzen, normeren en stimuleren. De optimale mix is een politieke afweging, waarbij uiteraard oog moet zijn voor verschillende inkomensgroepen. Specifieke aandacht voor renovatie om energiearmoede tegen te gaan is hierbij van belang en is in lijn
met het beleidsadvies van de Europese Commissie.
Het benodigde instrumentarium vergt zeker € 1 miljard per jaar tot 2030
3. Investeer voldoende in energie-infrastructuren en duurzame warmtebronnen
Er is meer sturing nodig om te zorgen voor voldoende warmtebronnen en hernieuwbaar gas. Infrastructuur moet zo optimaal mogelijk benut worden, waarbij de warmte, mobiliteit en energieopwek integraal moeten worden meegenomen.
Specifiek in de gebouwde omgeving vragen ze aandacht voor drie belangrijke issues:
- Meer warmtebronnen zijn nodig.
De gestelde doelen en ambities in het Klimaatakkoord voor duurzame warmtebronnen lijken niet binnen bereik. Hier is nadrukkelijk sturing op nodig. Nieuwe duurzame warmtebronnen (zoals geothermie, aquathermie, zonnewarmte of eventueel groene waterstof) hebben vóór 2030 nog onvoldoende schaalgrootte.
- Optimale inzet van warmtebronnen.
Voor de verdeling van de duurzame bronnen is het belangrijk dat deze terecht komen waar deze nodig zijn vanuit het oogpunt van schaarste en de laagste maatschappelijke kosten.
- Bevoegdheid afsluiten aardgas.
Gemeenten hebben de bevoegdheid nodig om wijken van het aardgas af te sluiten, als besloten wordt tot een warmteoplossing waar geen gasnet voor nodig is. De aardgaslevering moet daadwerkelijk gestopt kunnen worden. Dat voorkomt dat een net in stand gehouden moet worden of in de toekomst zelfs opnieuw aangelegd moet worden voor een beperkt aantal woningen.
4. Jaag het ontwikkelen van zowel vraag als aanbod aan
Als Nederland de klimaatdoelen op tijd wil halen, is extra actie noodzakelijk om innovaties, kostenreducties en de ontwikkeling van vraag en aanbod te stimuleren. We moeten 30 jaar lang iedere werkdag 1.200 woningen en utiliteitsgebouwen van het aardgas af halen. Uiteraard zullen innovaties en kostenreducties, en ontwikkeling van vraag en aanbod bijdragen aan de benodigde versnelling. Dat vergt echter ook forse (voor)investeringen en opschalingen die tijd kosten.
5. Zorg voor voldoende vakmensen
De energietransitie biedt grote kansen voor de arbeidsmarkt. Om de klimaatdoelen te halen en te voorkomen dat de tekorten op de arbeidsmarkt verder oplopen, zijn naar schatting 23.000 tot 28.000 extra vakmensen nodig. Een fors deel van hen kan vandaag aan de slag in de transitie in de gebouwde
omgeving. Tegelijkertijd daalt het aantal mensen met technische kwalificaties juist in een vergelijkbaar tempo. Het tekort aan vakmensen vormt nu al een blokkerende factor voor de versnelling van de woningbouw.
Zet daarom in op een stevige impuls voor (om)scholing zodat het tekort aan vakmensen niet verder oploopt en de energietransitie een banenmotor wordt.
Kundig UTA-personeel nodig voor je bouwproject? Neem direct contact
6. Zet de EU-miljarden uit de Renovation Wave Recovery and Resilience Facility (RFF) in voor isoleren
De RRF bevat ca. € 5,5 miljard subsidie voor Nederland. Hiervan moet 37% (ruim € 2 miljard) besteed moet worden aan Green Deal activiteiten. Gegeven de complexiteit van de transitie in de gebouwde omgeving wordt het Rijk opgeroepen om de RRF tijdig aan te vragen in te zetten voor isoleren. Dat levert direct CO2-winst op.
Bron: Energie-Nederland. (2021, 22 april). Top 6 voor versnellen van de energietransitie in de gebouwde omgeving. Geraadpleegd van energie-nederland.nl